Vinscha in het nederlands

Vertaling: vinscha, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
hijsen, ophijsen, lier, winch, kruk, ankerlier, takel
Vinscha in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • vinna in het nederlands - ontvangen, aanwinst, buit, baat, verwerven, krijgen, voordeel, ...
  • vinning in het nederlands - gewin, baat, verdienste, winst, aanwinst, winnen, krijgen, ...
  • vinst in het nederlands - belang, herhaling, wederkomst, reproduceren, behalen, teruggeven, prijs, ...
  • vinter in het nederlands - winter, de winter, winters
Willekeurige woorden
Vinscha in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: hijsen, ophijsen, lier, winch, kruk, ankerlier, takel