Descer em holandês
Tradução: descer, Dicionário: português » holandês
Linguagem de origem:
português
Linguagem alvo:
holandês
Traduções:
raken, afdaling, afdalen, neerdaling, reizen, gaan, werken, worden, afkomst, geboorte, standhouden, verlopen, lopen, functioneren, kom naar beneden, naar beneden, naar beneden komen, beneden komen, afkomen
Palavras relacionadas
Outras línguas
Palavras relacionadas: descer
descer verbo, descer para baixo, descer o douro, descer o rio mondego de canoa, descer tradução ingles, descer dicionário de língua holandês, descer em holandês
Traduções
- descendência em holandês - loot, nazaat, nakomelingschap, afstammeling, nakomelingen, kroost, Verdere nakomelingen, ...
- descentralizar em holandês - besluiten, vaststellen, beslissen, decentraliseren, te decentraliseren, decentralisatie, decentralisatie van, ...
- descida em holandês - afkomst, beschrijven, trekken, aftekenen, uittekenen, geboorte, afdaling, ...
- descoberta em holandês - ontdekking, ontdekken, discovery, de ontdekking, vondst
Palavras aleatórias
Descer em holandês - Dicionário: português » holandês
Traduções: raken, afdaling, afdalen, neerdaling, reizen, gaan, werken, worden, afkomst, geboorte, standhouden, verlopen, lopen, functioneren, kom naar beneden, naar beneden, naar beneden komen, beneden komen, afkomen
Traduções: raken, afdaling, afdalen, neerdaling, reizen, gaan, werken, worden, afkomst, geboorte, standhouden, verlopen, lopen, functioneren, kom naar beneden, naar beneden, naar beneden komen, beneden komen, afkomen