Verletzen auf niederländisch
Übersetzung: verletzen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
lijden, doorbreken, kwetsuur, zeer, gaping, smart, aanschieten, verbreken, verkrachten, gewond, angst, havenen, wee, straf, beschadigen, afbreken, schenden, overtreden, in strijd, strijd zijn, strijd met
- Wie sagt man verletzen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man verletzen ins niederländische?
- Aussprache von verletzen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für verletzen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: verletzen
menschen verletzen, selbst verletzen, sich selbst verletzen, sich verletzen, sprüche die verletzen, verletzen sprachwörterbuch niederländisch, verletzen auf niederländisch
Übersetzungen
- verlerntes auf niederländisch - lachte, lachten, gelachen, uitgelachen, lachen
- verletzbar auf niederländisch - gevoelig, kwetsbaar, kwetsbare, kwetsbaar zijn, kwetsbaarder
- verletzend auf niederländisch - zegening, fiat, bijval, weldaad, zegen, goedkeuring, schadelijk, ...
- verletzenden auf niederländisch - inbreukmakende, inbreuk, schenden, inbreuk op, inbreuk maakt
Zufällige Wörter
Verletzen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: lijden, doorbreken, kwetsuur, zeer, gaping, smart, aanschieten, verbreken, verkrachten, gewond, angst, havenen, wee, straf, beschadigen, afbreken, schenden, overtreden, in strijd, strijd zijn, strijd met
Übersetzungen: lijden, doorbreken, kwetsuur, zeer, gaping, smart, aanschieten, verbreken, verkrachten, gewond, angst, havenen, wee, straf, beschadigen, afbreken, schenden, overtreden, in strijd, strijd zijn, strijd met