Zucht auf niederländisch
Übersetzung: zucht, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
soort, stam, melodie, afkomst, aard, banaal, deun, bouillon, afgezaagd, geboorte, veestapel, slag, gewoontjes, alledaags, telen, vee, teelt, fokken, fokkerij, fok, voedingsbodem
- Wie sagt man zucht auf niederländisch?
- Wie übersetzt man zucht ins niederländische?
- Aussprache von zucht (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für zucht?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: zucht
border collie, border collie zucht, dragon city, dragon city zucht, garnelen, zucht sprachwörterbuch niederländisch, zucht auf niederländisch
Übersetzungen
- zubereitung auf niederländisch - voorbereiding, voorbereidsel, bereiding, toebereiding, opleiding, preparaat, het preparaat, ...
- zucchini auf niederländisch - courgette, courgettes
- zuchthaus auf niederländisch - pen, hok, strafinrichting, penitentiaire, penitentiair, gevangenis, gevangeniswezen
- zuchthengst auf niederländisch - sire, Vader, stier, hengst, reu
Zufällige Wörter
Zucht auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: soort, stam, melodie, afkomst, aard, banaal, deun, bouillon, afgezaagd, geboorte, veestapel, slag, gewoontjes, alledaags, telen, vee, teelt, fokken, fokkerij, fok, voedingsbodem
Übersetzungen: soort, stam, melodie, afkomst, aard, banaal, deun, bouillon, afgezaagd, geboorte, veestapel, slag, gewoontjes, alledaags, telen, vee, teelt, fokken, fokkerij, fok, voedingsbodem