Absolving in dutch

Translation: absolving, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
vrijspreken, verzuim, het verzuim, te ontslaan
Absolving in dutch
Other Languages

Related words: absolving

absolving language dictionary dutch, absolving in dutch

Translations

  • absolved in dutch - ontheven, vrijgesproken, absolutie, onthief, ontslagen
  • absolves in dutch - vrijspreekt, ontheft, ontslaat, vrijwaart, vergeeft
  • absorb in dutch - opslurpen, opslorpen, absorberen, resorberen, te absorberen, vangen, opnemen, ...
  • absorbability in dutch - opneembaarheid, demping, resorbeerbaarheid, absorbeerbaarheid
Random words
Absolving in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: vrijspreken, verzuim, het verzuim, te ontslaan