Stuff in dutch
Translation: stuff, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
materialen, stof, materiaal, zelfstandigheid, stoffelijk, goedje, substantie, spul, grondstof, weefsel, dingen
Related words
Other Languages
Related words: stuff
stuff stuff, the stuff, free stuff, stuff to do, white stuff, stuff language dictionary dutch, stuff in dutch
Translations
- study in dutch - schets, reportage, discipline, ontwerp, tucht, melding, verslag, ...
- studying in dutch - bestuderen, studeren, het bestuderen, bestuderen van, studeert
- stuffed in dutch - gevuld, gevulde, opgezette, volgepropt, vol
- stuffed-up in dutch - gevulde, gevuld, volgepropt, opgezette, vol
Random words
Stuff in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: materialen, stof, materiaal, zelfstandigheid, stoffelijk, goedje, substantie, spul, grondstof, weefsel, dingen
Translations: materialen, stof, materiaal, zelfstandigheid, stoffelijk, goedje, substantie, spul, grondstof, weefsel, dingen