Écarter en néerlandais
Traduction: écarter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
krijgen, uittreden, vorderen, uittrekken, vergen, rekenen, besmeren, aanbrengen, opheffen, behoeven, uitspreiden, accepteren, opdoeken, verspreiden, aannemen, afvoeren, verspreiding, spreiding, spread, verspreid
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): écarter
écarter antonyme, écarter antonymes, écarter en espagnol, écarter grammaire, écarter la peine plancher, écarter dictionnaire de langue néerlandais, écarter en néerlandais
Traductions
- écartement en néerlandais - opdoeken, wereldruim, interruptie, eind, uitmaken, uittrekken, bestuur, ...
- écartent en néerlandais - dolen, zwerven, dwalen, afwijken, wijken, afgeweken, afwijkt, ...
- écartez en néerlandais - dwalen, dolen, zwerven, verspreiding, verspreiden, spreiding, spread, ...
- écartons en néerlandais - dwalen, dolen, zwerven, afdanken, afleggen, ontdoen, gooi, ...
Mots aléatoires
Écarter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: krijgen, uittreden, vorderen, uittrekken, vergen, rekenen, besmeren, aanbrengen, opheffen, behoeven, uitspreiden, accepteren, opdoeken, verspreiden, aannemen, afvoeren, verspreiding, spreiding, spread, verspreid
Traductions: krijgen, uittreden, vorderen, uittrekken, vergen, rekenen, besmeren, aanbrengen, opheffen, behoeven, uitspreiden, accepteren, opdoeken, verspreiden, aannemen, afvoeren, verspreiding, spreiding, spread, verspreid