Évaser en néerlandais
Traduction: évaser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
uitbreiden, grootte, vergroten, omvang, bestek, verwijden, gloed, flare, afvangen, flair, vuurpijl
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): évaser
s évaser, évaser antonymes, évaser conjugaison, évaser def, évaser dictionnaire, évaser dictionnaire de langue néerlandais, évaser en néerlandais
Traductions
- évaporées en néerlandais - verdampt, verdampte, afgedampt, ingedampt, drooggedampt
- évaporés en néerlandais - verdampt, verdampte, afgedampt, ingedampt, drooggedampt
- évasif en néerlandais - ontwijkend, ontwijkende, uitwijken, uitwijk-
- évasion en néerlandais - ontgaan, ontvluchten, ontsnappen, ontkomen, grendelen, lek, bliksem, ...
Mots aléatoires
Évaser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: uitbreiden, grootte, vergroten, omvang, bestek, verwijden, gloed, flare, afvangen, flair, vuurpijl
Traductions: uitbreiden, grootte, vergroten, omvang, bestek, verwijden, gloed, flare, afvangen, flair, vuurpijl