Accédons en néerlandais
Traduction: accédons, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
intrede, vlaag, binnengaan, oprijlaan, toegang, offensief, oprit, entree, aanval, zijn, bent, is, worden, hebben
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): accédons
accédons antonymes, accédons grammaire, accédons mots croisés, accédons signification, accédons synonyme, accédons dictionnaire de langue néerlandais, accédons en néerlandais
Traductions
- accéder en néerlandais - oprijlaan, aanvliegen, intrede, aanval, offensief, goedvinden, toegang, ...
- accédez en néerlandais - aanval, oprijlaan, intrede, toegang, binnengaan, oprit, vlaag, ...
- accédèrent en néerlandais - toegetreden, zijn toegetreden, is toegetreden, toetreding
Mots aléatoires
Accédons en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: intrede, vlaag, binnengaan, oprijlaan, toegang, offensief, oprit, entree, aanval, zijn, bent, is, worden, hebben
Traductions: intrede, vlaag, binnengaan, oprijlaan, toegang, offensief, oprit, entree, aanval, zijn, bent, is, worden, hebben