Accessoire en néerlandais
Traduction: accessoire, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
attribuut, additioneel, lid, plus, vermogen, minderjarig, klein, kind, aanhangsel, extra, verder, overig, toelage, meer, toeslag, landgoed, medeplichtig, toebehoren, accessoires, Accessory
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): accessoire
accessoire antonymes, accessoire auto, accessoire camping car, accessoire cheveux, accessoire chien, accessoire dictionnaire de langue néerlandais, accessoire en néerlandais
Traductions
- accessible en néerlandais - beschikbaar, aanspreekbaar, toegankelijk, disponibel, genaakbaar, bereikbaar, voorhanden, ...
- accession en néerlandais - aanwinst, ingang, fiat, vermeerdering, toegeven, prooi, entree, ...
- accessoires en néerlandais - aanhechting, accessoires, toebehoren, accessoires voor, Accessories
- accident en néerlandais - ongeluk, tref, gebeurtenis, bof, incidenteel, kans, sof, ...
Mots aléatoires
Accessoire en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: attribuut, additioneel, lid, plus, vermogen, minderjarig, klein, kind, aanhangsel, extra, verder, overig, toelage, meer, toeslag, landgoed, medeplichtig, toebehoren, accessoires, Accessory
Traductions: attribuut, additioneel, lid, plus, vermogen, minderjarig, klein, kind, aanhangsel, extra, verder, overig, toelage, meer, toeslag, landgoed, medeplichtig, toebehoren, accessoires, Accessory