Acculer en néerlandais
Traduction: acculer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
drang, boel, massa, toevloed, hoek, duw, knoop, stapel, nis, menigte, schare, dringen, haastigheid, voortmaken, vaart, troep, bochten, bochtenwerk, bochtengedrag, bochtenverlichting, in bochten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): acculer
acculer antonymes, acculer citation, acculer conjugaison, acculer dictionnaire, acculer définition, acculer dictionnaire de langue néerlandais, acculer en néerlandais
Traductions
- accule en néerlandais - in het nauw gedreven, het nauw gedreven, nauw gedreven, gedreven, hoek gedreven
- acculent en néerlandais - nis, hoek, dwingen, dwingt, dwingen de, nopen, forceert
- acculez en néerlandais - hoek, nis
- acculons en néerlandais - hoek, nis
Mots aléatoires
Acculer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: drang, boel, massa, toevloed, hoek, duw, knoop, stapel, nis, menigte, schare, dringen, haastigheid, voortmaken, vaart, troep, bochten, bochtenwerk, bochtengedrag, bochtenverlichting, in bochten
Traductions: drang, boel, massa, toevloed, hoek, duw, knoop, stapel, nis, menigte, schare, dringen, haastigheid, voortmaken, vaart, troep, bochten, bochtenwerk, bochtengedrag, bochtenverlichting, in bochten