Acquitter en néerlandais
Traduction: acquitter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
goedmaken, terugkomen, terugkeren, bezoldiging, wedde, vlak, teruggeven, dokken, receptie, weeromkomen, herhaling, trap, retourneren, etage, effen, status, ontlading, ontladen, kwijting, lozing, afvoer
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): acquitter
acquitter antonymes, acquitter contraire, acquitter de, acquitter définition, acquitter en anglais, acquitter dictionnaire de langue néerlandais, acquitter en néerlandais
Traductions
- acquittement en néerlandais - uitkering, bevrijden, uitbetaling, loslaten, afhelpen, afbetalingstermijn, lossen, ...
- acquittent en néerlandais - uitvoeren, verrichten, doen, optreden, voeren
- acquittez en néerlandais - erkennen, erkent, bevestigen, te erkennen, bevestigt
- acquittons en néerlandais - zijn, bent, is, worden, hebben
Mots aléatoires
Acquitter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: goedmaken, terugkomen, terugkeren, bezoldiging, wedde, vlak, teruggeven, dokken, receptie, weeromkomen, herhaling, trap, retourneren, etage, effen, status, ontlading, ontladen, kwijting, lozing, afvoer
Traductions: goedmaken, terugkomen, terugkeren, bezoldiging, wedde, vlak, teruggeven, dokken, receptie, weeromkomen, herhaling, trap, retourneren, etage, effen, status, ontlading, ontladen, kwijting, lozing, afvoer