Adoucir en néerlandais
Traduction: adoucir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
glad, verzwakken, bezadigd, gematigd, vergulden, redden, bescheiden, matig, effen, verzoeten, slachten, uitsparen, bewaren, suiker, sluik, behouden, verzachten, te verzachten, zacht, zachter, verzacht
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): adoucir
adoucir antonymes, adoucir au passé simple, adoucir barbe, adoucir conjugaison, adoucir contour photoshop, adoucir dictionnaire de langue néerlandais, adoucir en néerlandais
Traductions
- adoucie en néerlandais - verzacht, onthard, verzachtte, zachter, zacht
- adoucies en néerlandais - verzacht, onthard, verzachtte, zachter, zacht
- adoucirent en néerlandais - verzacht, onthard, verzachtte, zachter, zacht
- adoucis en néerlandais - verzacht, onthard, verzachtte, zachter, zacht
Mots aléatoires
Adoucir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: glad, verzwakken, bezadigd, gematigd, vergulden, redden, bescheiden, matig, effen, verzoeten, slachten, uitsparen, bewaren, suiker, sluik, behouden, verzachten, te verzachten, zacht, zachter, verzacht
Traductions: glad, verzwakken, bezadigd, gematigd, vergulden, redden, bescheiden, matig, effen, verzoeten, slachten, uitsparen, bewaren, suiker, sluik, behouden, verzachten, te verzachten, zacht, zachter, verzacht