Affaiblir en néerlandais

Traduction: affaiblir, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
sap, verzwakken, sufferd, stommeling, verslappen, bekoelen, domoor, fnuiken, domkop, annuleren, bedaren, afgelasten, schaapskop, malloot, aanlengen, verdunnen, te verzwakken, verzwakt, verzwakking, verzwakking van
Affaiblir en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): affaiblir

affaiblir antonymes, affaiblir en anglais, affaiblir en espagnol, affaiblir grammaire, affaiblir l'organisme, affaiblir dictionnaire de langue néerlandais, affaiblir en néerlandais

Traductions

  • affaiblie en néerlandais - verzwakt, verzwakte, afgezwakt, verzwakken, zwakker
  • affaiblies en néerlandais - verzwakt, verminderde, een verminderde, gestoorde, een gestoorde
  • affaiblirent en néerlandais - verzwakt, verzwakte, afgezwakt, verzwakken, zwakker
  • affaiblis en néerlandais - verzwakken, fnuiken, aanlengen, verzwakt, verzwakte, afgezwakt, zwakker
Mots aléatoires
Affaiblir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: sap, verzwakken, sufferd, stommeling, verslappen, bekoelen, domoor, fnuiken, domkop, annuleren, bedaren, afgelasten, schaapskop, malloot, aanlengen, verdunnen, te verzwakken, verzwakt, verzwakking, verzwakking van