Affoler en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: affoler, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

opstoken, ontroering, opruien, paniek, panic, in paniek, paniek te, de paniek

Mots associés

opstoken en français

ontroering en français

opruien en français

Autres langues

Mots associés / Définition (def): affoler

affaler def, affoler antonymes, affoler conjugaison, affoler cop copine, affoler dictionnaire, affoler dictionnaire de langue néerlandais, affoler en néerlandais

Traductions

affolant en néerlandais - gek makend, gekmakende, maddening, hulphond werd aangemerkt, hulphond werd aangemerkt als
affolement en néerlandais - gekheid, zinneloosheid, woede, wanorde, verzet, schrik, waanzin, ...
affolé en néerlandais - radeloos, radeloze, verward, verwarde, verontruste
affranchi en néerlandais - Freedman, vrijgelatene, een vrijgelatene, vrijgelatene van, vrijgelaten slaaf

Mots aléatoires

glorification en anglais

intellectuelle en anglais

lurent en anglais

produisîmes en anglais

Affoler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opstoken, ontroering, opruien, paniek, panic, in paniek, paniek te, de paniek