Agenda en néerlandais

Traduction: agenda, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
dagorder, agenda, journaal, schrift, dagorde, dagboek, dagblad, krant, aflevering, katern, blocnote, courant, Diary, agenda van, Schoolagenda
Agenda en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): agenda

agenda 2011, agenda 2012, agenda 2013, agenda 2014, agenda 21, agenda dictionnaire de langue néerlandais, agenda en néerlandais

Traductions

  • agencées en néerlandais - gerangschikt, geregeld, regelde, gearrangeerd, georganiseerd
  • agencés en néerlandais - gerangschikt, geregeld, regelde, gearrangeerd, georganiseerd
  • agenouillement en néerlandais - knieling, knielen, knielende, het knielen, knielend
  • agenouiller en néerlandais - knielen, kniel, neerknielen, te knielen, knielt
Mots aléatoires
Agenda en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: dagorder, agenda, journaal, schrift, dagorde, dagboek, dagblad, krant, aflevering, katern, blocnote, courant, Diary, agenda van, Schoolagenda