Allonge en néerlandais
Traduction: allonge, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
oven, bereik, verwerven, suffix, treffen, achtervoegsel, fornuis, bewerker, behalen, scope, inhalen, bereiken, verkrijgen, kachel, reiken, bereikt, te bereiken
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): allonge
allonge antonymes, allonge arc, allonge arc a poulie, allonge boxe, allonge de table, allonge dictionnaire de langue néerlandais, allonge en néerlandais
Traductions
- allocation en néerlandais - bestemming, toelage, pré, stipendium, voordeel, ondersteuning, subsidie, ...
- allocution en néerlandais - adresseren, redevoering, spreektrant, toespraak, taal, rede, oratie, ...
- allongea en néerlandais - leggen, leg, lag, te leggen, lay
- allongeai en néerlandais - uitgerekt, opgerekt, strekte, gespannen, uitgestrekt
Mots aléatoires
Allonge en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: oven, bereik, verwerven, suffix, treffen, achtervoegsel, fornuis, bewerker, behalen, scope, inhalen, bereiken, verkrijgen, kachel, reiken, bereikt, te bereiken
Traductions: oven, bereik, verwerven, suffix, treffen, achtervoegsel, fornuis, bewerker, behalen, scope, inhalen, bereiken, verkrijgen, kachel, reiken, bereikt, te bereiken