Arrêt en néerlandais

Traduction: arrêt, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
beletsel, aanhouding, slot, afsluiten, afbreken, hek, rabat, vriezen, vorst, arresteren, gaping, staken, stelpen, hechtenis, verbreken, bewaring, stoppen, stop, tegenhouden, ophouden, halte
Arrêt en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): arrêt

arret de travail, arret maladie, arrêt antonymes, arrêt benjamin, arrêt blanco, arrêt dictionnaire de langue néerlandais, arrêt en néerlandais

Traductions

  • arrosées en néerlandais - verwaterd, gedrenkt, bewaterd, afgezwakt, besproeid
  • arrosés en néerlandais - verwaterd, gedrenkt, bewaterd, afgezwakt, besproeid
  • arrêta en néerlandais - gestopt, stopgezet, tegengehouden, stopte, gestopt met
  • arrêtai en néerlandais - gestopt, stopgezet, tegengehouden, stopte, gestopt met
Mots aléatoires
Arrêt en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: beletsel, aanhouding, slot, afsluiten, afbreken, hek, rabat, vriezen, vorst, arresteren, gaping, staken, stelpen, hechtenis, verbreken, bewaring, stoppen, stop, tegenhouden, ophouden, halte