Automédication en néerlandais
Traduction: automédication, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
zelfmedicatie, zelfzorggeneesmiddelen, voor zelfmedicatie, van zelfmedicatie
Autres langues
Mots associés / Définition (def): automédication
automédication angine, automédication antonymes, automédication définition, automédication grammaire, automédication mma, automédication dictionnaire de langue néerlandais, automédication en néerlandais
Traductions
- automobilisme en néerlandais - het autorijden, Motoring, autorijden, mobiliteit
- automobiliste en néerlandais - chauffeur, bestuurder, conducteur, automobilist, automobilisten, autobestuurder, motorist, ...
- automédon en néerlandais - doorroeren, conducteur, roeren, chauffeur, geselen, bestuurder, omroeren, ...
- autonome en néerlandais - verlossen, afhelpen, oppermachtig, loslaten, onafhankelijk, vrij, beheerser, ...
Mots aléatoires
Automédication en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: zelfmedicatie, zelfzorggeneesmiddelen, voor zelfmedicatie, van zelfmedicatie
Traductions: zelfmedicatie, zelfzorggeneesmiddelen, voor zelfmedicatie, van zelfmedicatie