Avoir en néerlandais
Traduction: avoir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
genieten, tegoed, verkeren, allooi, verdaging, waardering, goed, bergen, boerderij, reserveren, citaat, conserveren, landgoed, toegeven, uitstel, krijgen, te zien, om te zien, zien, om te kijken, kijken om te zien
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): avoir
avoir affaire, avoir antonymes, avoir au futur, avoir confiance en soi, avoir conjugaison, avoir dictionnaire de langue néerlandais, avoir en néerlandais
Traductions
- avocat en néerlandais - mentor, advies, raad, verdediger, aankondigen, pleitbezorger, adviseren, ...
- avoine en néerlandais - haver, haverproducten, oat, van haver, haver van
- avoisinant en néerlandais - komend, dichtbij, aanliggend, bijna, naast, schier, welhaast, ...
- avoisiner en néerlandais - zoom, wal, band, rand, kant, kust, boord, ...
Mots aléatoires
Avoir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: genieten, tegoed, verkeren, allooi, verdaging, waardering, goed, bergen, boerderij, reserveren, citaat, conserveren, landgoed, toegeven, uitstel, krijgen, te zien, om te zien, zien, om te kijken, kijken om te zien
Traductions: genieten, tegoed, verkeren, allooi, verdaging, waardering, goed, bergen, boerderij, reserveren, citaat, conserveren, landgoed, toegeven, uitstel, krijgen, te zien, om te zien, zien, om te kijken, kijken om te zien