Branle en néerlandais
Traduction: branle, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
zwiepen, slingeren, zwieren, zwaaien, beweging, motie, motion, ontwerpresolutie, ontwerp
Autres langues
Mots associés / Définition (def): branle
branle antonymes, branle grammaire, branle mots croisés, branle plage, branle signification, branle dictionnaire de langue néerlandais, branle en néerlandais
Traductions
- branlant en néerlandais - aftands, wankel, rotsachtig, bouwvallig, onzeker, gammel, wiebelend, ...
- branler en néerlandais - golf, zwaaien, gulp, balanceren, gebaren, wuiven, baar, ...
- braqua en néerlandais - puntig, spits, genivelleerd, geëgaliseerd, waterpas, afgevlakt, geuit
Mots aléatoires
Branle en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: zwiepen, slingeren, zwieren, zwaaien, beweging, motie, motion, ontwerpresolutie, ontwerp
Traductions: zwiepen, slingeren, zwieren, zwaaien, beweging, motie, motion, ontwerpresolutie, ontwerp