Caler en néerlandais

Traduction: caler, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
marmelade, daling, keg, droppel, korting, achteruitgang, bedanken, verkleinen, keet, spie, jam, vermindering, vellen, waterdruppel, verlagen, drop, kraam, stalletje, stal, box, stall
Caler en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): caler

calage, calage distribution, caler allumage, caler antonymes, caler au permis, caler dictionnaire de langue néerlandais, caler en néerlandais

Traductions

  • calendrier en néerlandais - krant, kalender, dagboek, dienstregeling, dagblad, rooster, dagorde, ...
  • calepin en néerlandais - courant, hijsblok, aflevering, katern, dagorder, dichtmaken, aanvragen, ...
  • caleçon en néerlandais - onderbroek, onderbroeken, ondergoed, underpants, onderbroekje
  • calfatage en néerlandais - breeuwen, afdichten, veel breeuwen, waterdicht maken, het waterdicht maken
Mots aléatoires
Caler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: marmelade, daling, keg, droppel, korting, achteruitgang, bedanken, verkleinen, keet, spie, jam, vermindering, vellen, waterdruppel, verlagen, drop, kraam, stalletje, stal, box, stall