Causerie en néerlandais
Traduction: causerie, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
tweegesprek, babbelen, conversatie, voordracht, opbellen, praten, interviewen, kanselrede, onderhoud, redevoering, preek, gekeuvel, spreekbeurt, sermoen, roepen, toespraak, Chat, chatten, praatje
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): causerie
causerie antonymes, causerie avant match, causerie avant match foot, causerie baudelaire, causerie des lilas hierges, causerie dictionnaire de langue néerlandais, causerie en néerlandais
Traductions
- causent en néerlandais - aanrichten, stichten, teweegbrengen, aandoen, veldtocht, campagne, proces, ...
- causer en néerlandais - conversatie, oprichten, aanleggen, rechtsgeding, uittarten, aanleiding, aanrichten, ...
- causeur en néerlandais - gebieder, baas, chef, aanvoerder, praatziek, interessante gesprekspartner, meester om te praten, ...
- causeuse en néerlandais - rustbank, canapé, divan, tweepersoonsstoel, love seat
Mots aléatoires
Causerie en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: tweegesprek, babbelen, conversatie, voordracht, opbellen, praten, interviewen, kanselrede, onderhoud, redevoering, preek, gekeuvel, spreekbeurt, sermoen, roepen, toespraak, Chat, chatten, praatje
Traductions: tweegesprek, babbelen, conversatie, voordracht, opbellen, praten, interviewen, kanselrede, onderhoud, redevoering, preek, gekeuvel, spreekbeurt, sermoen, roepen, toespraak, Chat, chatten, praatje