Certifier en néerlandais
Traduction: certifier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bewijzen, stutten, steunen, gireren, bevestigen, verifiëren, staven, binnenlaten, aantonen, toegeven, waarborg, toelaten, adstrueren, toestemmen, toezien, schragen, waarmerken, verklaren, certificeren, verklaart, te certificeren
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): certifier
certifier antonymes, certifier compte twitter, certifier conforme, certifier conforme un document, certifier conjugaison, certifier dictionnaire de langue néerlandais, certifier en néerlandais
Traductions
- certifie en néerlandais - verklaart, certificeert, certificeren, uitwijst, een attest
- certifient en néerlandais - verzekeren, betuigen, waarmerken, verklaren, certificeren, verklaart, te certificeren
- certifiez en néerlandais - betuigen, verzekeren, waarmerken, verklaren, certificeren, verklaart, te certificeren
- certifions en néerlandais - verzekeren, betuigen, waarmerken, verklaren, certificeren, verklaart, te certificeren
Mots aléatoires
Certifier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bewijzen, stutten, steunen, gireren, bevestigen, verifiëren, staven, binnenlaten, aantonen, toegeven, waarborg, toelaten, adstrueren, toestemmen, toezien, schragen, waarmerken, verklaren, certificeren, verklaart, te certificeren
Traductions: bewijzen, stutten, steunen, gireren, bevestigen, verifiëren, staven, binnenlaten, aantonen, toegeven, waarborg, toelaten, adstrueren, toestemmen, toezien, schragen, waarmerken, verklaren, certificeren, verklaart, te certificeren