Chaque en néerlandais
Traduction: chaque, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
totaliter, volkomen, helemaal, iemand, allerhande, voluit, iedere, ieder, compleet, al, elk, enig, allemaal, alles, finaal, volledig, elke, elkaar
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): chaque
a chaque fois, a chaque ligne, chaque année, chaque antonymes, chaque chose en son temps, chaque dictionnaire de langue néerlandais, chaque en néerlandais
Traductions
- chapitrer en néerlandais - gispen, afkeuring, laken, verwerping, afkeuren, standje, berispen, ...
- chapon en néerlandais - kapoen, Capon, kapoenen, kapoen in
- char en néerlandais - autobus, onderwijzen, wagon, auto, wagen, handkar, vehikel, ...
- charabia en néerlandais - jargon, taaltje, brabbeltaal, koeterwaals, wartaal, onzin, gebrabbel
Mots aléatoires
Chaque en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: totaliter, volkomen, helemaal, iemand, allerhande, voluit, iedere, ieder, compleet, al, elk, enig, allemaal, alles, finaal, volledig, elke, elkaar
Traductions: totaliter, volkomen, helemaal, iemand, allerhande, voluit, iedere, ieder, compleet, al, elk, enig, allemaal, alles, finaal, volledig, elke, elkaar