Cibler en néerlandais
Traduction: cibler, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
honk, objectief, mikpunt, schietschijf, doelwit, doel, doelstelling, doel in, doelgroep
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): cibler
cibler antonymes, cibler conjugaison, cibler deco, cibler définition, cibler en anglais, cibler dictionnaire de langue néerlandais, cibler en néerlandais
Traductions
- cibiche en néerlandais - schoffelen, wieden
- cible en néerlandais - voorwerp, item, merkteken, aanduiden, plaat, zegel, beëindigen, ...
- ciboulette en néerlandais - bieslook, chive
- cicatrice en néerlandais - litteken, wondteken, littekens, littekenweefsel, scar, littekenvorming
Mots aléatoires
Cibler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: honk, objectief, mikpunt, schietschijf, doelwit, doel, doelstelling, doel in, doelgroep
Traductions: honk, objectief, mikpunt, schietschijf, doelwit, doel, doelstelling, doel in, doelgroep