Concéder en néerlandais

Traduction: concéder, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
eigen, toestaan, overeenkomst, toelaten, laten, vergunning, hemd, bekennen, bezitten, erkennen, honoreren, verbintenis, concessie, vergunnen, akkoord, binnenlaten, toekennen, verlenen, te verlenen, kennen
Concéder en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): concéder

concéder antonymes, concéder cnrtl, concéder conjugaison, concéder définition, concéder en se baissant, concéder dictionnaire de langue néerlandais, concéder en néerlandais

Traductions

  • concédai en néerlandais - toegegeven, gaf toe, erkend, heeft erkend
  • concédant en néerlandais - licentiegever, Licentieverlener, de Licentiegever, licentiehouder, Licentieverstrekker
  • concédez en néerlandais - toegeven, erkennen, toe te geven, geven toe, toestaan
  • concédons en néerlandais - toegeven, erkennen, toe te geven, geven toe, toestaan
Mots aléatoires
Concéder en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: eigen, toestaan, overeenkomst, toelaten, laten, vergunning, hemd, bekennen, bezitten, erkennen, honoreren, verbintenis, concessie, vergunnen, akkoord, binnenlaten, toekennen, verlenen, te verlenen, kennen