Confisez en néerlandais
Traduction: confisez, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
besparen, overhouden, konfijten, uitwinnen, inmaken, behouden, onderhouden, uitsparen, bergen, handhaven, bewaren, inleggen, uitzuinigen, conserveren, bezuinigen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): confisez
confisez antonymes, confisez grammaire, confisez mots croisés, confisez signification, confisez synonyme, confisez dictionnaire de langue néerlandais, confisez en néerlandais
Traductions
- confiserie en néerlandais - nagerecht, oppassend, suikerbakkerij, zacht, toetje, zachtheid, zoet, ...
- confiseur en néerlandais - banketbakker, confectioner, banket, suikerbakkerij, de banketbakker
- confisons en néerlandais - conserveren, handhaven, bergen, overhouden, bezuinigen, behouden, besparen, ...
- confisqua en néerlandais - in beslag genomen, beslag genomen, geconfisqueerd, geconfisqueerde, geconfisceerd
Mots aléatoires
Confisez en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: besparen, overhouden, konfijten, uitwinnen, inmaken, behouden, onderhouden, uitsparen, bergen, handhaven, bewaren, inleggen, uitzuinigen, conserveren, bezuinigen
Traductions: besparen, overhouden, konfijten, uitwinnen, inmaken, behouden, onderhouden, uitsparen, bergen, handhaven, bewaren, inleggen, uitzuinigen, conserveren, bezuinigen