Conjugal en néerlandais
Traduction: conjugal, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
getrouwd, gehuwd, echtelijk, echtelijke, huwelijksdaad, de echtelijke, huwelijkse
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): conjugal
abandon domicile conjugal, altération, bonheur conjugal, conjugal antonymes, conjugal duty, conjugal dictionnaire de langue néerlandais, conjugal en néerlandais
Traductions
- conjoncture en néerlandais - gelegenheid, gebeurtenis, aanleiding, samenloop, conjunctuur, conjunctuurnota, conjuncturele, ...
- conjugaison en néerlandais - vervoeging, conjugatie, Vervoegingen, conjugation, de conjugatie
Mots aléatoires
Conjugal en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: getrouwd, gehuwd, echtelijk, echtelijke, huwelijksdaad, de echtelijke, huwelijkse
Traductions: getrouwd, gehuwd, echtelijk, echtelijke, huwelijksdaad, de echtelijke, huwelijkse