Contrarier en néerlandais
Traduction: contrarier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
beletten, afdammen, gramschap, boosheid, voorkomen, afsluiten, tegenwerken, verhinderen, stuwen, frustreren, tegenstreven, verhoeden, dwarsbomen, tegenspreken, weerstaan, toonbank, van streek, boos, overstuur, verstoord, streek
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): contrarier
contrarier antonymes, contrarier au futur, contrarier en arabe, contrarier femme enceinte, contrarier grammaire, contrarier dictionnaire de langue néerlandais, contrarier en néerlandais
Traductions
- contrariant en néerlandais - onplezierig, nors, plomp, zenuwachtig, verdorven, stumperig, nerveus, ...
- contrariante en néerlandais - tegendraadse, contrair, contraire, contrarian, tegendraads
- contrarié en néerlandais - geërgerd, geïrriteerd, boos, ergeren, ergerde
- contrariété en néerlandais - smart, geprikkeldheid, verdriet, hinder, ergernis, kwelling, vexation, ...
Mots aléatoires
Contrarier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: beletten, afdammen, gramschap, boosheid, voorkomen, afsluiten, tegenwerken, verhinderen, stuwen, frustreren, tegenstreven, verhoeden, dwarsbomen, tegenspreken, weerstaan, toonbank, van streek, boos, overstuur, verstoord, streek
Traductions: beletten, afdammen, gramschap, boosheid, voorkomen, afsluiten, tegenwerken, verhinderen, stuwen, frustreren, tegenstreven, verhoeden, dwarsbomen, tegenspreken, weerstaan, toonbank, van streek, boos, overstuur, verstoord, streek