Converser en néerlandais
Traduction: converser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
tegengesteld, averechts, converseren, sermoen, redevoering, discuteren, spreekbeurt, toespraak, conversatie, voordracht, kanselrede, preek, lezing, gesprek, omgekeerd, praten, omgekeerde, Converse
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): converser
converse femme, converser antonymes, converser avec un homme, converser avec une fille, converser conjugaison, converser dictionnaire de langue néerlandais, converser en néerlandais
Traductions
- converse en néerlandais - converseren, omgekeerde, Converse, omgekeerd, gesprek
- conversent en néerlandais - converseren, tegengesteld, omgekeerd, spreken, averechts, omgekeerde, Converse, ...
- conversez en néerlandais - converseren, omgekeerd, averechts, spreken, tegengesteld, omgekeerde, Converse, ...
- conversion en néerlandais - gedaanteverwisseling, wijziging, kleingeld, transformatie, veranderen, kentering, omzetting, ...
Mots aléatoires
Converser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: tegengesteld, averechts, converseren, sermoen, redevoering, discuteren, spreekbeurt, toespraak, conversatie, voordracht, kanselrede, preek, lezing, gesprek, omgekeerd, praten, omgekeerde, Converse
Traductions: tegengesteld, averechts, converseren, sermoen, redevoering, discuteren, spreekbeurt, toespraak, conversatie, voordracht, kanselrede, preek, lezing, gesprek, omgekeerd, praten, omgekeerde, Converse