Débranchant en néerlandais
Traduction: débranchant, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
afkoppelen, loskoppelen, ontkoppelen, loskoppelen Als, scheidingsschakelaar
Autres langues
Mots associés / Définition (def): débranchant
débranchant antonymes, débranchant grammaire, débranchant mots croisés, débranchant signification, débranchant synonyme, débranchant dictionnaire de langue néerlandais, débranchant en néerlandais
Traductions
- débrancha en néerlandais - unplugged, losgekoppeld, aangesloten, stopcontact, stekker
- débranche en néerlandais - verbreekt, de verbinding verbreekt, verbreekt de verbinding, verbinding verbreekt, verbroken
- débranchement en néerlandais - isolatie, isolering, detachement, afdeling, team, ontkoppeling, loskoppeling, ...
Mots aléatoires
Débranchant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: afkoppelen, loskoppelen, ontkoppelen, loskoppelen Als, scheidingsschakelaar
Traductions: afkoppelen, loskoppelen, ontkoppelen, loskoppelen Als, scheidingsschakelaar