Défaire en néerlandais
Traduction: défaire, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
ontdoen, vernietigen, losmaken, ochtendjas, openlijk, bouwval, verderven, ravage, peignoir, openmaken, open, duster, ruïne, vernielen, verwoesten, openen, ongedaan maken, verwijder, ongedaan, ongedaan te maken, undo
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): défaire
défaire antonymes, défaire conjugaison, défaire des mailles, défaire en anglais, défaire grammaire, défaire dictionnaire de langue néerlandais, défaire en néerlandais
Traductions
- défaillons en néerlandais - licht, zwak, wankelen, haperen, wankelt, verslappen, struikelen
- défais en néerlandais - ongedaan maken, verwijder, ongedaan, ongedaan te maken, undo
- défaisant en néerlandais - verslaan, het verslaan, het verslaan van, verslaan van, te verslaan
Mots aléatoires
Défaire en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: ontdoen, vernietigen, losmaken, ochtendjas, openlijk, bouwval, verderven, ravage, peignoir, openmaken, open, duster, ruïne, vernielen, verwoesten, openen, ongedaan maken, verwijder, ongedaan, ongedaan te maken, undo
Traductions: ontdoen, vernietigen, losmaken, ochtendjas, openlijk, bouwval, verderven, ravage, peignoir, openmaken, open, duster, ruïne, vernielen, verwoesten, openen, ongedaan maken, verwijder, ongedaan, ongedaan te maken, undo