Dégainer en néerlandais

Traduction: dégainer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
rukken, tappen, trekken, aftekenen, toelachen, bekoren, uittekenen, trekking, aanlokken, beschrijven, uit de schede trekken, de schede trekken, schede trekken
Dégainer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): dégainer

dégager anglais, dégager synonyme, dégainer antonymes, dégainer au passé simple, dégainer définition, dégainer dictionnaire de langue néerlandais, dégainer en néerlandais

Traductions

  • dégagées en néerlandais - vrijgegeven, uitgebracht, vrijgelaten, losgelaten, bezit
  • dégagés en néerlandais - vrijgegeven, uitgebracht, vrijgelaten, losgelaten, bezit
  • dégarnir en néerlandais - uitputten, opheffen, reep, uittrekken, ruimen, verwijderen, leeg, ...
  • dégauchir en néerlandais - bewerken, kweken, bebouwen
Mots aléatoires
Dégainer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: rukken, tappen, trekken, aftekenen, toelachen, bekoren, uittekenen, trekking, aanlokken, beschrijven, uit de schede trekken, de schede trekken, schede trekken