Détendre en néerlandais
Traduction: détendre, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
stillen, overblijven, staartje, rust, ontspannen, rest, toeven, rustigheid, rustig, rommel, kalm, bedaren, stilte, resteren, bedaard, stil, losmaken, losraken, los, los te maken, los te
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): détendre
comment se détendre, détendre antonymes, détendre chaussures cuir, détendre conjugaison, détendre des chaussures, détendre dictionnaire de langue néerlandais, détendre en néerlandais
Traductions
- dételer en néerlandais - afhaken, losmaken, ontkoppelen, afkoppelen, loskoppelen, los te koppelen, te ontkoppelen
- détenant en néerlandais - bezit, die, met, bedrijf, houden
- détendu en néerlandais - verslappen, ontspannen, relaxed, relaxte, een ontspannen, rustiger aan gingen doen
- détenez en néerlandais - reserveren, ophouden, detineren, houden, vasthouden, aanhouden, houd, ...
Mots aléatoires
Détendre en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: stillen, overblijven, staartje, rust, ontspannen, rest, toeven, rustigheid, rustig, rommel, kalm, bedaren, stilte, resteren, bedaard, stil, losmaken, losraken, los, los te maken, los te
Traductions: stillen, overblijven, staartje, rust, ontspannen, rest, toeven, rustigheid, rustig, rommel, kalm, bedaren, stilte, resteren, bedaard, stil, losmaken, losraken, los, los te maken, los te