Desceller en néerlandais
Traduction: desceller, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
ontzegelen, unseal, ontsluiten, verpakking haalt, te ontsluiten
Autres langues
Mots associés / Définition (def): desceller
desceller antonymes, desceller conjugaison, desceller définition, desceller définition larousse, desceller grammaire, desceller dictionnaire de langue néerlandais, desceller en néerlandais
Traductions
- derrière en néerlandais - doel, vermetelheid, per, tegen, grootbrengen, tot, plaats, ...
- des en néerlandais - zowat, sinds, sommige, ongeveer, enig, uit, circa, ...
- descend en néerlandais - neer, omlaag, beneden, af, vaststelling
- descendance en néerlandais - effect, voorraad, alledaags, gewoontjes, afstammeling, loot, neerdaling, ...
Mots aléatoires
Desceller en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: ontzegelen, unseal, ontsluiten, verpakking haalt, te ontsluiten
Traductions: ontzegelen, unseal, ontsluiten, verpakking haalt, te ontsluiten