Descendre en néerlandais
Traduction: descendre, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opslaan, ophalen, oprichten, beuren, verheffen, dresseren, heffen, fokken, rooien, lift, opgraven, ophogen, afdalen, optillen, verhogen, afstijgen, kom naar beneden, naar beneden, naar beneden komen, beneden komen, afkomen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): descendre
conjugaison descendre, descendre antonymes, descendre conjugaison, descendre de division lol, descendre de ligue lol, descendre dictionnaire de langue néerlandais, descendre en néerlandais
Traductions
- descendit en néerlandais - neer, omlaag, beneden, af, vaststelling
- descendons en néerlandais - afdalen, dalen, neerdalen, nederdalen, afstammen
- descends en néerlandais - afdalen, neer, omlaag, beneden, af, vaststelling
- descendues en néerlandais - verlaagd, neergelaten, verlaagde, omlaag, verminderd
Mots aléatoires
Descendre en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opslaan, ophalen, oprichten, beuren, verheffen, dresseren, heffen, fokken, rooien, lift, opgraven, ophogen, afdalen, optillen, verhogen, afstijgen, kom naar beneden, naar beneden, naar beneden komen, beneden komen, afkomen
Traductions: opslaan, ophalen, oprichten, beuren, verheffen, dresseren, heffen, fokken, rooien, lift, opgraven, ophogen, afdalen, optillen, verhogen, afstijgen, kom naar beneden, naar beneden, naar beneden komen, beneden komen, afkomen