Diffuser en néerlandais
Traduction: diffuser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
melodie, besmeren, bries, rondstrooien, luchten, opzenden, deun, uitzaaien, voorkomen, ribbe, uitzenden, verstrooien, balk, afgeven, omroepen, versturen, uitzending, broadcast, uitgezonden, uitzendingen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): diffuser
a diffuser, airplay, diffuser anglais, diffuser antonymes, diffuser avec vlc, diffuser dictionnaire de langue néerlandais, diffuser en néerlandais
Traductions
- diffraction en néerlandais - diffractie, diffraktie, buiging
- diffus en néerlandais - diffuus, verspreiden, diffunderen, diffuse, te verspreiden
- diffuseur en néerlandais - diffuser, diffusor, verspreider, rooster, kap
- diffusion en néerlandais - verspreiding, verspilling, dispersie, uitspatting, uitreiking, afleiding, besmeren, ...
Mots aléatoires
Diffuser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: melodie, besmeren, bries, rondstrooien, luchten, opzenden, deun, uitzaaien, voorkomen, ribbe, uitzenden, verstrooien, balk, afgeven, omroepen, versturen, uitzending, broadcast, uitgezonden, uitzendingen
Traductions: melodie, besmeren, bries, rondstrooien, luchten, opzenden, deun, uitzaaien, voorkomen, ribbe, uitzenden, verstrooien, balk, afgeven, omroepen, versturen, uitzending, broadcast, uitgezonden, uitzendingen