Disciple en néerlandais
Traduction: disciple, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
dweper, enthousiast, leerling, helper, aanhanger, discipel, geleerde, student, adept, assistent, hulp, leerjongen, beoefenaar, wetenschapper, volgeling, discipelen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): disciple
disciple 2, disciple 3, disciple antonymes, disciple d'escoffier, disciple de bakounine, disciple dictionnaire de langue néerlandais, disciple en néerlandais
Traductions
- discernement en néerlandais - voornaamheid, discriminatie, differentiatie, distinctie, onderscheid, onderscheiding, onderscheidingsvermogen, ...
- discerner en néerlandais - smet, schiften, splitsen, poster, doorklieven, onderscheiden, plek, ...
- disciplinaire en néerlandais - disciplinair, tuchtrechtelijke, tuchtrechtelijk, tuchtprocedure
- discipline en néerlandais - land, vlieghaven, sfeer, rapport, straf, schets, bestraffing, ...
Mots aléatoires
Disciple en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: dweper, enthousiast, leerling, helper, aanhanger, discipel, geleerde, student, adept, assistent, hulp, leerjongen, beoefenaar, wetenschapper, volgeling, discipelen
Traductions: dweper, enthousiast, leerling, helper, aanhanger, discipel, geleerde, student, adept, assistent, hulp, leerjongen, beoefenaar, wetenschapper, volgeling, discipelen