Dominer en néerlandais

Traduction: dominer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
beginsel, regelen, behalen, controleren, aanvoeren, bestuur, commanderen, richten, beheersen, bewind, liniaal, besturen, dirigeren, regering, toezicht, zwieren, heersen, domineren, overheersen, te domineren
Dominer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): dominer

comment dominer, dominer antonymes, dominer au lit, dominer conjugaison, dominer en anglais, dominer dictionnaire de langue néerlandais, dominer en néerlandais

Traductions

  • domine en néerlandais - domineert, overheerst, overheerst het
  • dominent en néerlandais - heersen, beheersen, domineren, overheersen, te domineren
  • dominez en néerlandais - heersen, beheersen, domineren, overheersen, te domineren
  • dominion en néerlandais - heerschappij, grondgebied, ban, gewest, territorium, dominion, gebied, ...
Mots aléatoires
Dominer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: beginsel, regelen, behalen, controleren, aanvoeren, bestuur, commanderen, richten, beheersen, bewind, liniaal, besturen, dirigeren, regering, toezicht, zwieren, heersen, domineren, overheersen, te domineren