Employant en néerlandais

Traduction: employant, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
huren, gebruiken, toepassen, zetten, werk, werkgelegenheid, aanwenden, aanwerven, benutten, besteden, tewerkstellen, gebruik, doorvoeren, tewerkstelling, aannemen, opleggen, behulp, behulp van, met behulp, met behulp van
Employant en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): employant

employant antonymes, employant def, employant grammaire, employant mots croisés, employant signification, employant dictionnaire de langue néerlandais, employant en néerlandais

Traductions

  • employa en néerlandais - loondienst, werknemers, zelfstandigen, werkenden, zelfstandige
  • employer en néerlandais - huren, werkkring, leggen, betrachten, drillen, gebruiken, usance, ...
  • employeur en néerlandais - werkgever, patroon, de werkgever, werkgevers
Mots aléatoires
Employant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: huren, gebruiken, toepassen, zetten, werk, werkgelegenheid, aanwenden, aanwerven, benutten, besteden, tewerkstellen, gebruik, doorvoeren, tewerkstelling, aannemen, opleggen, behulp, behulp van, met behulp, met behulp van