Emporter en néerlandais

Traduction: emporter, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
afzetten, verdienen, dulden, baren, ondergaan, ontvoeren, elimineren, roven, doorstaan, uitstaan, overwinning, opheffen, opdoeken, lijden, verwijderen, wegdoen, voeren, dragen, vervoeren, uitvoeren, te voeren
Emporter en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): emporter

a emporter, chinois a emporter, del arte, emporter antonymes, emporter apporter, emporter dictionnaire de langue néerlandais, emporter en néerlandais

Traductions

  • emportement en néerlandais - gemoedsgesteldheid, boosheid, stemming, razen, temperen, razernij, stalen, ...
  • emportent en néerlandais - opdoeken, wegdoen, uitmaken, elimineren, verwijderen, afschaffen, afzetten, ...
  • emportez en néerlandais - afschaffen, afzetten, elimineren, uittrekken, wegdoen, opdoeken, opheffen, ...
  • emportons en néerlandais - afschaffen, uittrekken, uitmaken, verwijderen, afzetten, opheffen, wegdoen, ...
Mots aléatoires
Emporter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: afzetten, verdienen, dulden, baren, ondergaan, ontvoeren, elimineren, roven, doorstaan, uitstaan, overwinning, opheffen, opdoeken, lijden, verwijderen, wegdoen, voeren, dragen, vervoeren, uitvoeren, te voeren