Emprise en néerlandais

Traduction: emprise, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
besturen, conserveren, oor, werken, functioneren, regel, reserveren, gedoe, handeling, hebben, emplooi, keizerrijk, verlating, beheren, radioactiviteit, aanhouding, houden, vasthouden, aanhouden, houd, te houden
Emprise en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): emprise

définition emprise, emprise 2001, emprise antonymes, emprise au sol, emprise droit administratif, emprise dictionnaire de langue néerlandais, emprise en néerlandais

Traductions

  • empressée en néerlandais - gretig, verlangend, begerig, graag, enthousiast
  • empressées en néerlandais - gretig, verlangend, begerig, graag, enthousiast
  • emprisonne en néerlandais - vallen, traps, valstrikken, valkuilen
  • emprisonnement en néerlandais - hoede, aanhouding, gevangenschap, hechtenis, gevangenisstraf, arrest, hoederecht, ...
Mots aléatoires
Emprise en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: besturen, conserveren, oor, werken, functioneren, regel, reserveren, gedoe, handeling, hebben, emplooi, keizerrijk, verlating, beheren, radioactiviteit, aanhouding, houden, vasthouden, aanhouden, houd, te houden