Emprunt en néerlandais
Traduction: emprunt, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
lenen, lening, ontlening, leningen, opgenomen, financieringskosten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): emprunt
assurance emprunt immobilier, calculatrice emprunt, capacité emprunt, emprunt antonymes, emprunt auto, emprunt dictionnaire de langue néerlandais, emprunt en néerlandais
Traductions
- emprisonnement en néerlandais - hoede, aanhouding, gevangenschap, hechtenis, gevangenisstraf, arrest, hoederecht, ...
- emprisonner en néerlandais - kan, gevangenis, begrenzen, beperken, beknotten, kerker, opsluiten, ...
- emprunta en néerlandais - geleend, geleende, leende, ontleend, leenden
- empruntai en néerlandais - geleend, geleende, leende, ontleend, leenden
Mots aléatoires
Emprunt en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: lenen, lening, ontlening, leningen, opgenomen, financieringskosten
Traductions: lenen, lening, ontlening, leningen, opgenomen, financieringskosten