Enchaîner en néerlandais
Traduction: enchaîner, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
combineren, obligatie, das, kartel, aaneenschakelen, aaneenvoegen, kornuit, zetten, trust, toetreden, binding, samenbinden, vertellen, verenigen, keten, maat, beugel, schakel, sluiting, harpsluiting, shackle
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): enchaîner
enchaîner antonymes, enchaîner avec, enchaîner cerbère, enchaîner conjugaison, enchaîner deux plaquettes de pilule, enchaîner dictionnaire de langue néerlandais, enchaîner en néerlandais
Traductions
- enchaînements en néerlandais - ketens, kettingen, chains, ketenen, keten
- enchaînent en néerlandais - keten, ketting, elkaar verbonden, met elkaar verbonden, elkaar gekoppeld, elkaar verbonden zijn, aan elkaar gekoppeld
- enchaînez en néerlandais - ketting, keten, chaining, koppelingswaarde, serieschakeling, ketenen, kettingindexcijfers
- enchaînons en néerlandais - keten, ketting
Mots aléatoires
Enchaîner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: combineren, obligatie, das, kartel, aaneenschakelen, aaneenvoegen, kornuit, zetten, trust, toetreden, binding, samenbinden, vertellen, verenigen, keten, maat, beugel, schakel, sluiting, harpsluiting, shackle
Traductions: combineren, obligatie, das, kartel, aaneenschakelen, aaneenvoegen, kornuit, zetten, trust, toetreden, binding, samenbinden, vertellen, verenigen, keten, maat, beugel, schakel, sluiting, harpsluiting, shackle