Façonner en néerlandais

Traduction: façonner, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
proces, vormen, omtrek, emplooi, rekenen, aangaan, toonbeeld, gedaante, omstandig, samenstellen, structuur, werken, geslacht, cijfer, maken, aard, vorm, de vorm, shape, vorm van
Façonner en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): façonner

façonner anglais, façonner antonymes, façonner conjugaison, façonner des gnocchis, façonner grammaire, façonner dictionnaire de langue néerlandais, façonner en néerlandais

Traductions

  • façonnement en néerlandais - vorming, vormgeven, vormgeven van, het vormgeven, het vormgeven van
  • façonnent en néerlandais - formeren, gedaante, vorm, omtrek, aangaan, vormen, de vorm, ...
  • façonnez en néerlandais - vorm, omtrek, aangaan, formeren, gedaante, vormen, Shape, ...
  • façonnons en néerlandais - formeren, gedaante, vorm, omtrek, vormen, aangaan, zijn, ...
Mots aléatoires
Façonner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: proces, vormen, omtrek, emplooi, rekenen, aangaan, toonbeeld, gedaante, omstandig, samenstellen, structuur, werken, geslacht, cijfer, maken, aard, vorm, de vorm, shape, vorm van