Faille en néerlandais
Traduction: faille, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
rust, kier, verbreken, kloof, bres, pauze, gaping, interruptie, afbreken, abuis, stilte, schorsing, schuld, barst, vergissing, gebrek, breuk, onderbreking, breken, vakantie
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): faille
faille android, faille antonymes, faille de san andreas, faille définition, faille facebook, faille dictionnaire de langue néerlandais, faille en néerlandais
Traductions
- faiblir en néerlandais - banier, bedaren, veldteken, bekoelen, licht, aanlengen, dundoek, ...
- faillant en néerlandais - zwakheid, in gebreke, gebreke blijvende, gebreke gebleven, in gebreke blijvende, in gebreke gebleven
- faillent en néerlandais - stranden, floppen, mislukken, falen, ontbreken, zijn, bent, ...
- faillez en néerlandais - mislukken, ontbreken, falen, stranden, floppen, Fallen, gevallen, ...
Mots aléatoires
Faille en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: rust, kier, verbreken, kloof, bres, pauze, gaping, interruptie, afbreken, abuis, stilte, schorsing, schuld, barst, vergissing, gebrek, breuk, onderbreking, breken, vakantie
Traductions: rust, kier, verbreken, kloof, bres, pauze, gaping, interruptie, afbreken, abuis, stilte, schorsing, schuld, barst, vergissing, gebrek, breuk, onderbreking, breken, vakantie