Fissure en néerlandais
Traduction: fissure, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
schorsing, verhuren, rubriek, mond, huur, doorklieven, pilaar, rijten, schram, persoon, split, kolom, vaneenscheuren, kloven, hoofd, interruptie, barst, spleet, kier, breuk, kraken
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): fissure
fissure anale, fissure anale que faire, fissure antonymes, fissure du menisque, fissure du ménisque, fissure dictionnaire de langue néerlandais, fissure en néerlandais
Traductions
- fission en néerlandais - kernsplijting, splijting, splijtingsproducten, kernsplitsing, fissie
- fissuration en néerlandais - kraken, scheurvorming, barsten, cracking, het kraken
- fissurer en néerlandais - verbreking, opening, barsten, bres, splijten, uitbarsting, breuk, ...
- fistule en néerlandais - fistula, fistel, fistels, de fistel
Mots aléatoires
Fissure en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: schorsing, verhuren, rubriek, mond, huur, doorklieven, pilaar, rijten, schram, persoon, split, kolom, vaneenscheuren, kloven, hoofd, interruptie, barst, spleet, kier, breuk, kraken
Traductions: schorsing, verhuren, rubriek, mond, huur, doorklieven, pilaar, rijten, schram, persoon, split, kolom, vaneenscheuren, kloven, hoofd, interruptie, barst, spleet, kier, breuk, kraken