Foule en néerlandais
Traduction: foule, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
paal, achten, tamelijk, basta, schare, boel, stapel, brengen, herbergier, voeren, beheren, rondleiden, overwegen, nogal, horde, toedienen, menigte, publiek, massa, toeschouwers, crowd
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): foule
al hy, dans la foule, edith piaf, foule access, foule antonymes, foule dictionnaire de langue néerlandais, foule en néerlandais
Traductions
- fouir en néerlandais - schoppen, oprapen, tokkelen, wegscheuren, keus, verkiezing, afkluiven, ...
- foulard en néerlandais - bouffante, das, zakdoek, halsdoek, sjaal, servet, scarf, ...
- fouler en néerlandais - vagebond, schrede, lopen, treden, zwerver, schroeven, schrijden, ...
- foulure en néerlandais - inspanning, stam, wijsje, deun, ras, deuntje, melodie, ...
Mots aléatoires
Foule en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: paal, achten, tamelijk, basta, schare, boel, stapel, brengen, herbergier, voeren, beheren, rondleiden, overwegen, nogal, horde, toedienen, menigte, publiek, massa, toeschouwers, crowd
Traductions: paal, achten, tamelijk, basta, schare, boel, stapel, brengen, herbergier, voeren, beheren, rondleiden, overwegen, nogal, horde, toedienen, menigte, publiek, massa, toeschouwers, crowd