Garnir en néerlandais
Traduction: garnir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verlagen, garneren, zetten, versiering, verkleinen, bevalligheid, onderscheiding, reduceren, opsmuk, verfraaien, decoratie, herleiden, gunst, sieren, ridderorde, uitdossen, garnering, versieren, garnituur, versier
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): garnir
choux a garnir, garnir antonymes, garnir conjugaison, garnir des choux, garnir grammaire, garnir dictionnaire de langue néerlandais, garnir en néerlandais
Traductions
- gargouillis en néerlandais - klateren, murmelen, gorgelen, rochelen, klokken
- garnement en néerlandais - boef, schurk, ellendeling, schavuit, schoft, loeder, ploert, ...
- garniture en néerlandais - decor, band, afzetten, ornament, beslaan, lint, kudde, ...
- garrot en néerlandais - worgtoestel, wurgsnoer, worgkoord, worgen, wurging
Mots aléatoires
Garnir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verlagen, garneren, zetten, versiering, verkleinen, bevalligheid, onderscheiding, reduceren, opsmuk, verfraaien, decoratie, herleiden, gunst, sieren, ridderorde, uitdossen, garnering, versieren, garnituur, versier
Traductions: verlagen, garneren, zetten, versiering, verkleinen, bevalligheid, onderscheiding, reduceren, opsmuk, verfraaien, decoratie, herleiden, gunst, sieren, ridderorde, uitdossen, garnering, versieren, garnituur, versier